Wat is de Werkkostenregeling

De Werkkostenregeling (WKR) is sinds 1 januari 2015 verplicht voor alle werkgevers, maar blijft een complexe regeling. Er zijn veel verschillende soorten vergoedingen en voorzieningen voor werknemers die u, als werkgever, kunt verstrekken. Welke zijn belastbaar en welke zijn belastingvrij? Hoe zit het met parkeerkaarten, geschenken, cursussen en personeelsfeesten? Het vergt veel inspanning om ervoor te zorgen dat dit alles correct wordt toegewezen binnen de WKR. In deze blog zullen we dieper ingaan op de WKR. We zullen de regels uitleggen en hoe wij als kantoor inzicht kunnen verschaffen in de WKR-rapportage van onze klanten, aangezien dit een standaard onderdeel is van onze dienstverlening.

Inhoudsopgave

  • 1. Wat houdt de werkkostenregeling in?
    • 1.1 Vrije ruimte WKR
    • 1.2 Werkkostenregeling 2024: belangrijke ontwikkelingen
  • 2. Intermediaire kosten voor de WKR
  • 3. Gerichte vrijstelling in de WKR
    • 3.1 Werkelijke autoreiskosten
    • 3.2 Maaltijden
    • 3.3 Kennis en vaardigheden
    • 3.4 Personeelsfeest
    • 3.5 Reizen
    • 3.6 Noodzakelijke voorzieningen
    • 3.7 Arbovoorzieningen
  • 4. Nihilwaardering
    • 4.1 Werkkleding
    • 4.2 Voorzieningen op de thuiswerkplek
  • 5. Vrije ruimte
  • 6. De werkkostenregeling (WKR) en jouw administratie binnen Practical
    • 6.1 WKR rapportage

1. Wat houdt de werkkostenregeling in?

De WKR omvat in feite alles wat u, als werkgever, verstrekt of vergoedt aan een werknemer en wat wordt beschouwd als belastbaar inkomen. Gelukkig zijn er echter veel uitzonderingen in de WKR, dus niet alle vergoedingen en voorzieningen zijn belastbaar.

1.1 Vrije ruimte WKR 2024

Centraal in de WKR staat de vrije ruimte. In 2024 bedraagt de vrije ruimte in de WKR 1,92% van de fiscale loonsom tot €400.000, plus 1,18% van het resterende deel van die loonsom. Je kunt het bedrag van de vrije ruimte gebruiken voor belastingvrije vergoedingen en voorzieningen voor je werknemers. Daarom betaalt u geen loonbelasting over dit bedrag. Als u de vrije ruimte overschrijdt, betaalt u een eindheffing van 80% over het overschrijdende bedrag.

Maar tellen alle vergoedingen en voorzieningen mee voor de vrije ruimte? Nee, gelukkig zijn er andere mogelijkheden. Wanneer u, als werkgever, iets verstrekt of vergoedt aan uw werknemer, zijn er vier mogelijkheden binnen de WKR. De vergoeding wordt beschouwd als:


1. Intermediaire kosten;
2. Gerichte vrijstelling;
3. Nihilwaardering;
4. Kosten die aan de vrije ruimte worden toegewezen. Bij overschrijding van de vrije ruimte is er 80%-eindheffing verschuldigd.

1.2 Werkkostenregeling 2024: belangrijke ontwikkelingen

In de WKR 2024 zijn er een aantal belangrijke ontwikkelingen, namelijk:

  • De tijdelijke verhoging in 2023 van de vrije ruimte naar 3% voor de eerste €400.000 van de totale fiscale loonsom wordt teruggeschroefd. Vanaf 2024 geldt 1,92%.
  • De maximale onbelaste thuiswerkvergoeding is verhoogd naar €2,35 per dag. Deze vergoeding is bedoeld om kosten te compenseren die worden gemaakt tijdens thuiswerken, zoals koffie, water- en elektriciteitsverbruik, verwarming en toiletpapier.
  • De maximale onbelaste reiskostenvergoeding is verhoogd naar €0,23 per kilometer.
  • Let op: Per werkdag moet er een keuze worden gemaakt tussen een onbelaste thuiswerkvergoeding of een onbelaste reiskostenvergoeding. Het is niet toegestaan om op dezelfde werkdag beide gerichte vrijstellingen toe te passen. Het instellen van een standaard aantal vaste kantoor- of thuiswerkdagen met de werknemer kan een oplossing bieden. Alleen in het geval van een structurele verandering in deze verdeling moet ook de toewijzing van de vergoeding worden aangepast. Een incidentele verandering maakt niet uit.
  • Het is toegestaan om een onbelaste thuiswerkvergoeding te combineren met een onbelaste reiskostenvergoeding naar een locatie anders dan het kantoor op dezelfde dag.

2. WKR Intermediaire kosten

Intermediaire kosten zijn kosten die de werknemer namens de werkgever heeft gemaakt. De werknemer heeft deze kosten vooraf betaald. Bijvoorbeeld, als de werknemer betaalt voor een relatiegeschenk of parkeerkosten voor een bedrijfsauto dekt, worden deze beschouwd als Intermediaire kosten. De werknemer dient deze kosten vervolgens bij de werkgever in voor vergoeding. Deze vergoedingen worden niet beschouwd als inkomen en tellen niet mee voor de vrije ruimte.

Let echter op dat als de werknemer iets vooruitbetaalt en het vervolgens beschikbaar wordt gesteld aan de werknemer, het als inkomen wordt beschouwd en deze regel niet van toepassing is. In dit geval moeten de vooruitbetaalde kosten in mindering worden gebracht op de vrije ruimte, tenzij er een gerichte vrijstelling of nihilwaardering van toepassing is.

3. Gerichte vrijstelling in de WKR

De Belastingdienst heeft een gerichte vrijstelling in de WKR vastgesteld. Bepaalde vergoedingen en voorzieningen zijn specifiek vrijgesteld. Deze gerichte vrijstellingen kunnen belastingvrij aan werknemers worden verstrekt en tellen niet mee voor de vrije ruimte. Gerichte vrijstellingen in de WKR omvatten onder andere:

  • Kosten voor woon-werkverkeer (max. €0,23 per kilometer);
  • Reiskosten met openbaar vervoer;
  • Zakelijke overnachtingen;
  • Maaltijden met een zakelijk karakter, zoals bij overwerk en koopavonden;
  • Kennis en vaardigheden: cursussen, seminars, opleidingen en vakliteratuur;
  • Noodzakelijke voorzieningen, zoals laptops, die ter beschikking worden gesteld aan de werknemer;
  • Verplichte arbovoorzieningen;
  • Een verhuizing vanwege de dienstbetrekking (op minimaal 25 kilometer van werk);
  • Hulpmiddelen die de werknemer ook buiten de werkplek kan gebruiken en die hij voor 90% of meer zakelijk gebruikt;
  • Extra kosten verbonden aan thuiswerken (max. €2,35 per dag);
  • Vergoeding voor het aanvragen van een verklaring omtrent gedrag (VOG).

3.1 Werkelijke autoreiskosten

Voor reiskosten met de eigen auto van de werknemer is er een gerichte vrijstelling van maximaal €0,23 per kilometer. Reiskosten met de eigen auto van de werknemer worden beschouwd als vergoed tegen dit kilometerbedrag. Dit betekent dat er geen gerichte vrijstelling is voor het vergoeden van parkeer- of brandstofkosten voor de eigen auto van de werknemer. Deze kosten worden beschouwd als onderdeel van de kilometervergoeding.

Als een werknemer daadwerkelijke autoreiskosten declareert, wordt dit beschouwd als inkomen voor de werknemer, maar de vergoeding kan ook in mindering worden gebracht op de vrije ruimte. Daarom is het raadzaam om de kilometervergoeding te gebruiken wanneer werknemers reiskosten maken met hun eigen auto’s. Het onderscheid tussen de eigen auto van een werknemer en een bedrijfsauto is significant in de WKR.

3.2 Maaltijden

Er is een gerichte vrijstelling voor maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter. In de volgende situaties is er zeker sprake van een meer dan bijkomstig zakelijk karakter:

  • De maaltijd is genoten met een zakelijke relatie. Wij adviseren dat je in de administratie noteert wie de zakelijke relatie was;
  • De maaltijd is genoten tijdens een dienstreis. Met een dienstreis wordt bijv. een overnachting in Nederland om zakelijke redenen bedoeld of een zakelijke reis naar een congres of het buitenland. Een maaltijd voor alleen de medewerker tijdens een ritje naar de klant valt hier niet onder en is slechts gericht vrijgesteld als het gaat om een ambulante medewerker:
    • Een werknemer is ambulant als hij naar steeds verschillende arbeidsplaatsen reist.
    • Een werknemer is ook ambulant als hij doorgaans op ten minste 1 dag per week heen en weer reist naar dezelfde arbeidsplaats en hij dat doet op maximaal 20 dagen (het 20-dagencriterium);
  • Je begint vóór 17:00 uur met werken en stopt pas na 20:00 uur met werken. Maaltijden die in deze situatie tussen 17:00 en 20:00 uur zijn genoten, hebben een zakelijk karakter;
  • De maaltijd is na 20:00 uur genoten door al dan niet verwacht overwerk;
  • De maaltijd is genoten tijdens werk op koopavonden;
  • De maaltijd is genoten tijdens therapeutisch mee-eten;
  • De maaltijd is genoten tijdens werkzaamheden aan boord van vliegtuigen, schepen, boorplatforms of kermiswagens;
  • De maaltijd is genoten tijdens werkzaamheden op niet-permanente locaties, zoals bij het werk van wegenbouwers, bouwvakkers en medewerkers van een
    filmcrew;
  • De maaltijd is genoten met collega’s tijdens een werkoverleg. Wij adviseren dat je dan een agenda of notulen kan overleggen bij een eventuele controle van de Belastingdienst.

Als er geen zakelijk karakter aan de maaltijd is, wordt de maaltijd beschouwd als belastbaar inkomen voor de werknemer. Als alternatief kan de maaltijd worden toegewezen aan de vrije ruimte. In dit scenario kan er een keuze worden gemaakt tussen de werkelijke kosten of €3,90 per maaltijd.

Het is ook mogelijk om een vaste bijtelling van €3,90 per maaltijd toe te voegen aan het bruto salaris van de werknemer. Op deze manier hoeft u de vrije ruimte niet te gebruiken voor deze maaltijden.

3.3 Kennis en vaardigheden

Er zijn gerichte vrijstellingen voor het vergoeden/verstrekken van:

  • cursussen, congressen, trainingen, coachingstrajecten, vakliteratuur en dergelijke voor het onderhouden en verbeteren van de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor het werk, inschrijving in een beroepsregister en outplacement;
  • studie- en opleiding met het oog op het verwerven van (meer) inkomen en procedures tot erkenning van verworven competenties (EVC-procedures). Drie voorwaarden zijn:
    • De studiekosten worden niet al door een andere partij vergoed
    • De studie of opleiding is gericht op het vervullen van een beroep in de
      toekomst.
    • De werkgever heeft de vergoeding verstrekt of toegezegd vóór het
      einde van het kalenderjaar waarin de kosten worden gemaakt.

Als een studiedag verschillende activiteiten omvat, kunnen de kosten worden verdeeld in:

  • de kosten van activiteiten met vooral een zakelijk karakter. De gerichte vrijstelling voor het bovenstaande, maaltijden met een zakelijk karakter en tijdelijk verblijf in het kader van de dienstbetrekking kunnen dan gelden;
  • de kosten van activiteiten met vooral een consumptief karakter. De regels voor het personeelsfeest zijn van toepassing (zie hieronder).

Het is raadzaam om deze verdeling duidelijk te documenteren.

3.4 Personeelsfeest

Hoe consumpties en maaltijden voor een personeelsfeest in de WKR moeten worden behandeld, is afhankelijk van de locatie van het feest:

  • Feest op de werkplek:
    Voor verstrekte consumpties geldt een nihilwaardering. Voor maaltijden dient het normbedrag van €3,90 per maaltijd tot het loon te worden gerekend. Dit mag ook aan de vrije ruimte worden
    toegewezen. Alle overige kosten, zoals decoraties of een optreden, zijn onderdeel van het feest en vallen onder een nihilwaardering.
  • Feest op externe locatie bij een derde:
    Deze feesten zijn loon van de werknemer maar mogen ook aan de vrije ruimte worden toegewezen. Het gaat om de totale kosten inclusief btw. Er is geen gerichte vrijstelling of nihilwaardering aan de orde. Voor deze maaltijden geldt geen normbedrag.

Als een externe activiteit vooral van een zakelijk karakter is en het feestelijk karakter niet meer dan bijkomstig is, hoeven de totale kosten van de activiteit niet gesplitst te worden in zakelijke en consumptieve kosten. De consumpties zijn dan gericht vrijgesteld.

3.5 Reizen

In het geval van een reis met personeel zonder een zakelijk karakter, worden de kosten voor personeel als belastbaar loon beschouwd voor de werknemers. Of er wordt besloten om de kosten aan de vrije ruimte toe te wijzen.

Als een reis met personeel van een zakelijke aard is, moet er m.b.t. de kosten voor personeel rekening worden gehouden met normbedragen. De Belastingdienst stelt dat uitgaven voor personeel boven die normbedragen belastbaar loon zijn of aan de vrije ruimte moeten worden toegewezen. Ter hoogte van de normbedragen zijn de kosten gericht vrijgesteld. Een werkgever dient dit te volgen indien de uitgaven van de werknemer vergelijkbaar zijn met ambtenaren op dienstreis. Het is bovendien belangrijk dat je een eventueel zakelijke aard van de reis duidelijk vastlegt.

De normbedragen verschillen voor binnenlandse en buitenlandse dienstreizen:

  • Binnenlandse dienstreizen: De normbedragen zijn als volgt:
    • kleine uitgaven overdag: € 5,93
    • kleine uitgaven ’s avonds: € 11,86
    • een ontbijt: € 13,88
    • een lunch: € 11,88
    • een avondmaaltijd: € 29,82
    • logies: € 140,57
  • Buitenlandse dienstreizen: De normbedragen zijn genoemd in de “Tarieflijst verblijfkosten buitenlandse dienstreizen per 1 januari 2024” zoals opgenomen in de CAO Rijk en online te vinden. In de lijst wordt per locatie het max. bedrag logieskosten en overige kosten per dag per werknemer genoemd. Binnen dat max. bedrag geldt een gerichte vrijstelling. Een bovenmatige vergoeding wordt voor het bovenmatige deel beschouwd als belastbaar loon (of vrije ruimte). Het is bovendien belangrijk dat je de kosten van een overnachting aannemelijk kan maken.

3.6 Noodzakelijke voorzieningen

Vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen van gereedschappen, laptops, telefoons en dergelijke apparatuur zijn gericht vrijgesteld als deze voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • De voorziening naar het redelijke oordeel van de werkgever noodzakelijk is voor een behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking (noodzakelijkheidscriterium). Voor bestuurders en commissarissen moet de voorziening gebruikelijk zijn voor de behoorlijke uitoefening van de
    dienstbetrekking;
  • De werknemer de voorziening moet teruggeven of de restwaarde van deze voorziening aan de werkgever moet betalen als hij deze niet meer nodig heeft voor de dienstbetrekking;
  • De voorziening geen onderdeel uitmaakt van een cafetariaregeling.

Eventueel privévoordeel van deze voorzieningen hoeft niet tot het loon te worden gerekend.

Simkaarten, dongels, abonnementen voor internet en telefonie en software kunnen ook vrijgesteld zijn. Als de werknemer een 3-in-1-pakket heeft, dan moet het deel van de factuur bepaald worden dat voor de internetaansluiting is. Eventueel moet worden nagegaan wat de provider zou rekenen voor een internet-only abonnement.

Een andere gerichte vrijstelling geldt voor hulpmiddelen die de werknemer ook buiten de werkplek kan gebruiken en die hij voor 90% of meer zakelijk gebruikt.

3.7 Arbovoorzieningen

Verplichte arbovoorzieningen zijn gericht vrijgesteld. Het maakt niet uit of de werknemer de voorziening op de werkplek gebruikt of niet. Voorbeelden hiervan zijn een ergonomisch geschikte bureaustoel of beeldschermbril.

De arbovoorzieningen moeten aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Het zijn verplichte arbovoorzieningen die voor de werkgever rechtstreeks voortvloeien uit de
    Arbeidsomstandighedenwet. Het gaat dan kort gezegd om voorzieningen die zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer.
  • De werknemer gebruikt of verbruikt de voorzieningen op de (thuis)werkplek (geheel of gedeeltelijk) of op een plaats waar de werkgever uitvoering geeftaan de Arbeidsomstandighedenwet.
  • De werkgever brengt geen kosten in rekening bij de werknemer.

Sinds 2022 geldt de regel dat de arbovoorziening verplicht moet zijn. Een niet-verplichte arbovoorziening kan aan de vrije ruimte worden toegewezen.

4. Nihilwaardering

Bepaalde voorzieningen die een werknemer op de werkplek gebruikt, kunnen als nihilwaardering worden aangewezen. Kosten die onder een nihilwaardering vallen, tellen ook niet mee in de vrije ruimte. Belangrijke voorbeelden van nihilwaarderingen zijn:

  • Consumpties op de werkplek die geen deel uitmaken van een volledige maaltijd. Bijv. koffie, fruit, koekje, cup a soup. Zodra het kan worden gezien als een maaltijd, moet er bepaald worden of de gerichte vrijstelling voor maaltijden met een meer dan bijkomstig zakelijk karakter van toepassing is;
  • Werkkleding;
  • Voorzieningen op de werkplek, zoals een bureau, vaste computer, kopieermachine of een fitnessruimte. Deze nihilwaardering kan onder bepaalde voorwaarden ook gelden voor voorzieningen op de werkplek thuis.

4.1 Werkkleding

Als u werkkleding vergoedt of verstrekt aan de werknemer, is er geen nihilwaardering en is het loon van de werknemer. Maar het is wel mogelijk om deze vergoeding of verstrekking aan de vrije ruimte toe te wijzen.

Voor het ter beschikking stellen van werkkleding aan een werknemer kan een nihilwaardering gelden. Dan moet aan 1 van de volgende voorwaarden voldaan worden:

  • De kleding is (bijna) alleen geschikt om tijdens het werk te dragen, zoals een laboratoriumjas en een stofjas.
  • Op de kleding zitten 1 of meer duidelijk zichtbare beeldkenmerken die horen bij de werkgever (bijvoorbeeld een bedrijfslogo). Deze hebben samen een oppervlakte van ten minste 70 cm² per kledingstuk. De oppervlakte berekent u met een denkbeeldige rechthoek om de uiterste punten van het logo. De kleding blijft aantoonbaar achter op de werkplek.
  • De kleding is een uniform of een overall. Als een groep werknemers dezelfde kleding draagt, die ook buiten de werkomgeving wordt geassocieerd met een bedrijf of beroep, dan is die kleding een uniform.
  • U vergoedt, verstrekt of stelt de kleding ter beschikking omdat de Arbeidsomstandighedenwet dit voorschrijft, zoals een paar veiligheidsschoenen. De werknemer hoeft geen eigen bijdrage te betalen.

Als de kleding niet aan 1 van de voorwaarden voldoet, is de waarde van de kleding loon van de werknemer. Maar dit mag aan de vrije ruimte worden toegewezen. Als er een nihilwaardering voor de kleding van toepassing is, mogen de reinigingskosten onbelast vergoed worden. Een vergoeding van deze kosten is een vergoeding voor intermediaire kosten.

4.2 Voorzieningen op de thuiswerkplek

De nihilwaardering voor voorzieningen op de werkplek kan ook gelden voor voorzieningen op de thuiswerkplek als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • De ruimte is een zelfstandig gedeelte van de woning: de ruimte heeft
    bijvoorbeeld een eigen opgang en eigen sanitair.
  • De werkgever heeft met de werknemer een (reële) zakelijke
    huurovereenkomst, waardoor alleen de werkgever over de ruimte beschikt.
  • De werknemer werkt in die ruimte.

Als er niet aan deze voorwaarden wordt voldaan, is er geen sprake van een nihilwaardering. Voor de voorziening op de werkplek thuis kan mogelijk wel een gerichte vrijstelling van toepassing zijn:

  • Zie de twee gerichte vrijstellingen bij Noodzakelijke voorzieningen.
  • Arbovoorzieningen in de werkruimte thuis zijn gericht vrijgesteld als:
    • die arbovoorzieningen rechtstreeks voortvloeien uit de Arbeidsomstandighedenwet;
    • de werknemer die voorzieningen (gedeeltelijk) gebruikt of verbruikt in
      de werkruimte;
    • de werknemer geen eigen bijdrage voor die voorzieningen betaalt.

5. Vrije ruimte

Alle vergoedingen/verstrekkingen die niet in een van de bovenstaande categorieën vallen, moeten worden toegewezen aan de vrije ruimte. Als u ze niet toewijst aan de vrije ruimte, worden ze beschouwd als belastbaar inkomen voor de werknemer. Bekende voorbeelden van dergelijke uitgaven zijn maaltijden zonder zakelijk karakter, personeelsuitjes, onbelaste bonussen en kerstpakketten. De vrije ruimte wordt bepaald op basis van:

  • 1,92% van de fiscale loonsom t/m €400.000; plus
  • 1,18% van het restant van de fiscale loonsom.

De vergoedingen/verstrekkingen zijn onbelast zolang het limiet van de vrije ruimte niet wordt overschreden. De vrije ruimte kan dus een waardevol fiscaal voordeel zijn voor een onderneming.

Per werknemer mag in totaal maximaal €2.400 per jaar aan de vrije ruimte worden toegewezen. Als de werkgever dit normbedrag overschrijdt, zal de Belastingdienst aan de werkgever vragen om de gebruikelijkheid van de toewijzingen te verantwoorden. Een bedrag van max. €2.400 wordt door de Belastingdienst in ieder geval als gebruikelijk beschouwd.

Als het limiet van de vrije ruimte wordt overschreden, is er 80% eindheffing verschuldigd over het overschrijdende bedrag. Een eventuele eindheffing komt volledig voor de rekening van de werkgever en moet uiterlijk worden opgenomen in de loonaangifte van februari van het volgende jaar.

6. De Werkkostenregeling (WKR) en uw administratie binnen Practical

Hoe kan Practical waarde bieden aan haar klanten als het gaat om de WKR? Voor elke klant gebruiken we een zogenaamde WKR-tool. In deze tool berekenen we de vrije ruimte en tonen we een specifieke groep grootboekrekeningen. Vervolgens kunnen we de grootboekrekeningen doornemen en aan elke boeking een WKR-label toekennen:

  • Intermediaire kosten;
  • Nihilwaardering;
  • Gerichte vrijstelling;
  • Vrije ruimte;
  • Niet WKR-gerelateerd.

Door de boekingen zorgvuldig te doorlopen en eventuele vragen aan de klant te stellen, kunnen wij zorgen dat iedere boeking op de juiste manier in de WKR wordt behandeld. Hoe meer informatie de klant levert die relevant kan zijn voor de WKR, hoe sneller en beter wij deze dienst voor de klant kunnen uitvoeren.

6.1 WKR rapportage

En wat is het eindproduct? Een overzichtelijke rapportage, die wordt gegenereerd aan de hand van ons werk in de WKR-tool. In de rapportage ziet de klant eerst duidelijk hoe hoog de vrije ruimte is, in welke mate die is gevuld en hoeveel kosten zijn toegewezen aan iedere WKR-categorie.

Vervolgens ziet de klant per WKR-categorie een gedetailleerde uiteenzetting van de boekingen die aan die WKR-categorie zijn toegewezen. Op die manier kan hij gemakkelijk controleren of de kosten juist zijn toegewezen en kan hij aan ons aangeven als hij het niet eens is met hoe bepaalde kosten zijn toegewezen. Kosten die zijn toegewezen als “Niet WKR-gerelateerd” verschijnen niet in de rapportage.

De klant kan ook al van tevoren bij het inschieten van facturen relevante notities meegeven, zoals de zakelijke relatie met wie een maaltijd was genoten of het niet-zakelijke karakter van een etentje.

Practical kan periodiek voor de klant de WKR checken en een rapportage aanleveren. Dit levert op meerdere manieren waarde voor de klant:

  • Als hij door de rapportage weet dat hij als bedrijf ruim onder het limiet van de vrije ruimte zit, weet hij dat hij voor een bepaald bedrag aan vrije ruimte over hebt om te besteden aan onbelaste verstrekkingen/vergoedingen aan personeel. Dan kan hij gebruik maken van het fiscale voordeel.
  • Als hij door de rapportage weet dat hij dichtbij het limiet van de vrije ruimte zit, weet hij dat hij zorgvuldig moet omgaan met onbelaste verstrekkingen/vergoedingen aan personeel voor de rest van het jaar. Als hij het jaar eindigt met een overschrijding van de vrije ruimte, is het bedrijf 80%
    eindheffing verschuldigd over de overschrijding.

Na afloop van het jaar levert Practical in het begin van het daaropvolgende jaar een definitief WKR-rapportage van het jaar daarvoor. Daaruit wordt duidelijk of er 80% eindheffing verschuldigd is of niet. Zo ja, dan moet die eindheffing uiterlijk worden meegenomen in de loonaangifte van februari.

Get in touch with our specialists

Schedule a visit