Hoge Raad oordeelt: Wet rechtsherstel box 3 discriminerend voor beleggers

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds discriminerend is voor beleggers. Deze wet was bedoeld om de vermogensrendementsheffing in overeenstemming te brengen met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) na het eerdere Kerst-arrest uit 2021.

Wat zijn de belangrijkste punten uit de uitspraak van de Hoge Raad

De belangrijkste punten uit de recente uitspraak van de Hoge Raad over de Wet rechtsherstel box 3 zijn als volgt:

  • Discriminatie bij Beleggers – De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds discriminerend is voor beleggers. Het forfaitaire rendement voor beleggingen wordt op dezelfde manier berekend als onder het oude stelsel, wat leidt tot een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen succesvolle en minder succesvolle beleggers.
  • Rechtsherstel – De Hoge Raad heeft bepaald dat rechtsherstel moet worden verleend in gevallen waarin het forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement. Dit betekent dat de belastingaanslag moet worden verminderd zodat alleen belasting wordt geheven over het werkelijke rendement. Het is aan de belastingplichtige om aan te tonen dat zijn werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement.
  • Geen Rentevergoeding – Bij de vermindering van de aanslag wordt in de meeste gevallen geen rente vergoed door de Belastingdienst. Dit is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het EVRM, behalve in uitzonderlijke gevallen waar de wettelijke rente hoger is dan de belastingvermindering in box 3.
  • Werkelijk Rendement – De Hoge Raad heeft regels gegeven voor de berekening van het werkelijke rendement. Dit omvat alle voordelen uit vermogensbestanddelen, inclusief waardeveranderingen (gerealiseerd en ongerealiseerd), en rentelasten van schulden in box 3. Het werkelijke rendement moet als basis dienen voor de belastingheffing in box 3.
  • Impact op Spaarders – Voor spaarders met enkel banktegoeden lost de Herstelwet het probleem grotendeels op, omdat het forfaitaire rendement hier het werkelijke rendement benadert. Echter, voor beleggers met overige bezittingen blijft de discriminatie bestaan. Deze punten benadrukken de voortdurende problemen met de vermogensrendementsheffing in box 3 en de noodzaak voor belastingplichtigen om hun werkelijke rendement nauwkeurig te berekenen en aan te tonen om in aanmerking te komen voor belastingvermindering.

Hoe beïnvloedt deze uitspraak de belastingaangifte?

De recente uitspraak van de Hoge Raad over de Wet rechtsherstel box 3 heeft belangrijke gevolgen voor de belastingaangifte, vooral voor degenen die beleggen. Hier zijn de belangrijkste punten die u moet weten:

  • Discriminatie bij Beleggers – De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de Wet rechtsherstel box 3 nog steeds discriminerend is voor beleggers. Dit betekent dat diegene die risicovol beleggen mogelijk oneerlijk worden belast in vergelijking met spaarders. Het forfaitaire rendement voor beleggingen wordt op dezelfde manier berekend als onder het oude stelsel, wat leidt tot een ongerechtvaardigd verschil in behandeling tussen succesvolle en minder succesvolle beleggers.
  • Werkelijk Rendement als Basis – Wie kan aantonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement, moet de belastingaanslag worden verminderd. Dit betekent dat diegene hun werkelijke rendement moet berekenen en bewijzen om in aanmerking te komen voor belastingvermindering. Het werkelijke rendement omvat alle voordelen uit vermogensbestanddelen, inclusief waardeveranderingen en rentelasten van schulden in box 3.
  • Geen Rentevergoeding – Bij de vermindering van de aanslag wordt in de meeste gevallen geen rente vergoed door de Belastingdienst. Dit is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het EVRM, behalve in uitzonderlijke gevallen waar de wettelijke rente hoger is dan de belastingvermindering in box 3.
  • Aangifteproces – Belastingbetalers moeten hun belastingaangifte zorgvuldig voorbereiden en mogelijk aanpassen op basis van deze uitspraak. Het is belangrijk om alle relevante gegevens bij de hand te hebben en te controleren of het werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Dit kan via de online omgeving van de Belastingdienst, waar belastingplichtigen hun aangifte kunnen invullen en indienen.
  • Hulp bij Aangifte – Voor wie hulp nodig heeft bij hun belastingaangifte, is het mogelijk om een afspraak te maken bij ons kantoor. Het is belangrijk om goede afspraken te maken over de manier waarop de administratie wordt gedaan en wie de aangifte ondertekent en verstuurt.

Conclusie

De uitspraak van de Hoge Raad betekent dat belastingplichtigen die beleggen mogelijk in aanmerking komen voor belastingvermindering als hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire rendement. Het is essentieel om dit goed te documenteren en aan te tonen bij de Belastingdienst. Voor hulp en advies kunt u terecht bij onze specialisten om ervoor te zorgen dat uw aangifte correct en tijdig wordt ingediend.

Neem contact op met onze specialisten

Plan een bezoek